In 2013 is in KDC aan een elftal projecten gewerkt. Zes van deze projecten zijn in 2013 afgerond. De overige projecten betreffen meerjarige projecten die nog doorlopen in 2014.
In onderstaand figuur is aangegeven op welke terreinen resultaten zijn geboekt in 2013. Per onderdeel wordt vervolgens toegelicht welke resultaten behaald zijn.
1. Verbeterde aanlevering van verkeer aan TMA
De ontwikkeling van de arrival management functie is een meerjarige activiteit van KDC. Naast simulaties en trials ondersteunt KDC deze ontwikkeling met de inhuur van expertise voor de bouw en specificatie van prototype software. De ontwikkeling van de arrival management functie staat ten dienste van een nieuw afhandelingsconcept voor het Schiphol naderingsgebied (TMA), dat gebaseerd is op vaste naderingsroutes en CDA’s. Om dit nieuwe afhandelingsconcept te kunnen implementeren is het noodzakelijk dat het verkeer gelijkmatiger wordt aangeleverd aan de TMA. Op dit moment is gesteld dat het verkeer niet meer dan 60 seconden mag afwijken van de geplande tijd voor de TMA entry, om vaste naderingsroutes (met beperkte capaciteit) te kunnen gebruiken in de TMA.
De eerste stap die door de AMAN ondersteund wordt, is het nieuwe TMA ontwerp met 4 TMA entries (4 IAFs, Initial Approach Fixes). Om het ontwerp met 4 IAFs in gebruik te kunnen nemen is een aanlevernauwkeurigheid van 120 seconden vereist. De eerste versie van de nieuwe AMAN (genaamd ASAP: Advanced Schiphol Arrival Planner) ondersteunt deze aanlevernauwkeurigheid.
In 2013 zijn de volgende support activiteiten verricht als onderdeel van de arrival management ontwikkeling:
-
Ontwikkeling en evaluatie van een prototype ASAP
-
Ontwikkeling en specificatie van de interface tussen ASAP en het AAA systeem
-
Evaluatie van de ASAP gebruikers interface
Deze activiteiten staan ten dienst van de eerste implementatie stap die in Q2/2015 gezet zal worden. Zie tevens onderstaande deel-strategie voor de arrival management functie.
In 2013 is een Assistent in Opleiding van de TU Delft op het terrein van arrival management aangetrokken. Deze ondersteunt met zijn onderzoek twee ontwikkelstromen binnen KDC:
-
Het onderzoek naar verdere vergroting van de planningshorizon en het omgaan met onzekerheden in de aankomsttijden naarmate de resterende vliegtijd groter is.
-
De praktische ondersteuning van de ASAP prototype evaluatie en daaruit voortvloeiende onderzoeksvragen.
2. Veiligheid van convergent baangebruik
Naar aanleiding van een incident tijdens convergent baangebruik is onderzocht of de verkeersleider kan worden ondersteund met een systeem dat, op basis van radardetectie, waarschuwt wanneer een vliegtuig een doorstart of missed-approach procedure inzet. In 2013 is uit KDC onderzoek gebleken dat een dergelijk systeem technisch haalbaar is. In 2013 is gestart met de bouw van een prototype systeem in voorbereiding op gefaseerde implementatie vanaf 2015. Vanuit KDC wordt de specificatie van het prototype systeem geleverd.
3. Visie op gebruik van nieuwe technologie in TWR operations
Ten behoeve van de systeemontwikkeling in de verkeerstoren op Schiphol Centrum is een visie ontwikkeld met ondersteuning van NLR human factor expertise.
Nieuwe technologieën worden doorgaans geïmplementeerd om actuele problemen in de toren, op te lossen. Met betrekking tot toekomstige ontwikkelingen is het nuttig om beslissingen te kunnen baseren op basis van een generieke visie. Hierbij gaat het om het nemen van de juiste beslissingen over het ontwerp van de werkomgeving en de vraag of de nieuwe ontwikkeling past in het langere termijn plan voor de verkeerstoren en de luchthavenomgeving. De visie op de toekomstige werkomgeving omvat de rol van de mens, de rol van het systeem en de integratie van de mens en het systeem in de toren.
4. Verbetering van de efficiency van Winter Operations
In 2013 is met ondersteuning van Meteoconsult de eerste fase uitgevoerd van het project “De-icing planner”. In deze eerste fase is een model ontwikkeld waarmee tot vijf dagen vooruit een accurate verwachting kan worden gemaakt van De-Icing condities.
Het kunnen plannen van de-icing condities is belangrijk voor de efficiency van de winter operaties van een airline. In het geval van KLM wordt, op basis van weersverwachtingen, 24 uur voor de dag van uitvoering door de De-Icing afdeling een inschatting gemaakt van de benodigde De-Icing capaciteit. Hierop worden de benodigde De-Icing resources afgestemd. De huidige meteotools zijn niet afdoende voor het inschatten van de benodigde De-Icing capaciteit op koude dagen zonder verwachte neerslag. Onder deze condities vormt rijp in sommige gevallen een ijslaag op vliegtuigvleugels en is De-Icing benodigd, die niet is voorzien. Dit veroorzaakt verstoringen in de Schiphol operatie met consequenties voor AAS en LVNL.
In de winter van 2014 zal het de-icing model worden gekalibreerd met behulp van een meetvleugel die is uitgerust met sensoren.
5. CDM: Gebruik van mobile devices in de cockpit
In 2013 is de eerste fase uitgevoerd van de studie “Improving CDM by using mobile devices in the cockpit”. In deze eerste fase zijn kansrijke applicaties geïnventariseerd die in een tweede fase kunnen worden geoperationaliseerd. De inventarisatie heeft zich in eerste instantie gericht op het CDM proces.
Veel luchtvaartmaatschappijen introduceren mobile devices in de cockpits van hun vliegtuigen. Het aantal hiermee uitgeruste vliegtuigen neemt snel toe. Het digitaliseren van informatie (cockpit zonder papier) en connectiviteit zijn hierbij de hoofdapplicaties ten behoeve van een efficiënte vluchtoperatie.
De connectiviteit kan tot stand worden gebracht tijdens het ‘turn-around’ proces van een vliegtuig op een luchthaven, zodat voordelen voor alle partijen (luchtvaartmaatschappijen, ANSPs, luchthavens) gecreëerd worden. Het ‘turn-around’ proces kan worden verbeterd door de bemanning via CDM te attenderen op de status van het ‘turn-around’ proces en om informatie van de bemanning toe te voegen aan CDM. Deze informatie-uitwisseling kan mogelijk worden gemaakt door een app te ontwerpen die relevante informatie op een eenvoudige en tijdbesparende wijze kan verzenden. De verwachting is dat de betrokkenheid van de bemanning in het CDM proces de ‘turn-around’ efficiency verbetert, in het bijzonder wanneer externe condities aan de orde zijn, zoals gelimiteerd baangebruik en meteorologische factoren (bijvoorbeeld De-Icing procedures).
6. Verbeterde meteo dienstverlening
Vanuit KDC zijn de onderwerpen “Verbetering van de Schiphol wind verwachting” en “Verbetering van de Schiphol zichtverwachting” ondergebracht in het KvK-programma, onder de “Hotspot Schiphol”. De duur van het KvK-programma is vier jaar. Tijdens de tussentijdse evaluatie in oktober 2012 is vastgesteld dat het programma op koers ligt.
Belangrijkste uitkomst van het KvK-onderzoek voor KDC zal zijn: de oplevering van een nieuw weermodel, het zogenaamde “HARMONIE” model. Met dit model zullen betere wind- en zichtverwachtingen gemaakt kunnen worden door KNMI. Ingebruikname van het HARMONIE model bij KNMI is voorzien in 2015. In 2013 is het onderzoek ter ondersteuning van verbeterde wind- en zichtverwachtingen voortgezet.
7. Concept “Vaste Naderingsroutes met hoge capaciteit”
In 2013 heeft KDC het onderzoek op het gebied van Aircraft Surveillance Applications Systems (ASAS) voortgezet. Het projectteam is in 2013 begonnen met de voorbereiding van een real-time simulatie, zodat de rol van de verkeersleider kan worden geëvalueerd. De real-time simulatie zal in 2014 worden uitgevoerd.
Het KDC ASAS team is in 2013 uitgebreid met NASA en Rockwell-Collins naast de bestaande partners KLM, NLR, LVNL, Boeing en TU Delft. KDC heeft hiermee een team dat internationaal leidend is op het gebied van ASAS Interval Management. Deze leidende rol wordt onderstreept door het werk dat NLR doet voor EUROCAE/RTCA op het gebied van standaardisatie. Daarnaast heeft de Italiaanse luchtverkeersleidingsorganisatie ENAV het NLR gevraagd om het projectleiderschap van SESAR project 5.6.6 (stream 2) ASAS Interval Management op zich te nemen.
8. Nieuw TMA concept + Strategie hinderbeperking
In 2013 is de strategie voor de gefaseerde ontwikkeling van vaste naderingsroutes en CDA’s vanaf lage hoogte, opgeleverd. In deze studie is gebruik gemaakt van expertise van MITRE, naast de expertise van KDC-partners KLM en LVNL. Onderdeel van deze strategie voor de TMA is de gefaseerde implementatie van vaste naderingsroutes en de ontwikkeling van tools die de verkeersleider helpen bij het samenvoegen van verkeersstromen in de TMA. Parallelle CDA naderingen zijn nog nergens ter wereld geïmplementeerd en de Nederlandse luchtvaart sector neemt met deze ontwikkeling een voortrekkersrol.
In 2014 wordt gestart met de ontwikkeling van een support tool die nodig is om de strategie te realiseren: een merging tool dat de verkeersleider ondersteunt bij het samenvoegen van verkeersstromen op een vaste naderingsroute.
9. Datalink Business Case studie
In 2013 is een datalink business case studie uitgevoerd waarin kosten en baten in kaart zijn gebracht van CPDLC services met potentie voor de Schiphol operatie. De uitkomsten van de datalink business case worden meegenomen in de besluitvorming over de toekomst van het AAA luchtverkeersleidingssysteem.
Controller Pilot Data Link Communications (CPDLC) is een communicatiemiddel op basis van datalink. Deze techniek stelt ATC communicatie tussen piloot en controller in staat door middel van ‘text messages’. Met de door de Europese Commissie gemandateerde Data Link Services Implementing Rule (DLS IR) EC29/2009 van 16 januari 2009 worden luchtruimgebruikers verplicht CPDLC services te installeren in de huidige en toekomstige vloot verkeersvliegtuigen voor gebruik boven FL285. Dit biedt ook mogelijkheden voor toepassingen in het Nederlandse luchtruim onder FL245 ten behoeve van een efficiëntere operatie rond Schiphol door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).
10. Onderzoek naar rol verkeersleider in SESAR concept
2013 was het laatste jaar van het promotie onderzoek van Alicia Walkowiak van de Universiteit van Maastricht. Dit onderzoek is onderdeel van het programma “Human Factors in Future ATM” en richt zich op de veranderende rol van de verkeersleider in het toekomstige ATM systeem. Op basis van de beschrijving van het SESAR concept wordt verwacht dat ATM in de toekomst meer gericht zal zijn op het pretactisch plannen van verkeer dan het tactisch “controllen” van verkeer. De tactische vaardigheden zullen echter wel bijgehouden moeten worden. Het onderzoek richt zich dan ook op het toekomst scenario waarin de verkeersleider voornamelijk monitoring taken uitvoert, maar bij onvoorziene situaties moet kunnen overschakelen naar “handmatige verkeersleiding”.
Verwacht wordt dat de onderzoeksresultaten gepubliceerd worden in het eerste kwartaal van 2014.
11. Veiligheid/efficiency van ACC verkeersleiding
In juli 2012 is het project Mode-S Enhanced Surveillance, met support vanuit het KDC, geïmplementeerd. Dit project voorziet de ACC verkeersleider, via Mode-S datalink, van gegevens uit de cockpit. De implementatie van deze zogenaamde “Downlink of Airborne Parameters” (DAP) omvat “Pilot Selected Flight Level”, “Magnetic Heading” en “Indicated Airspeed”. De implementatie van Selected Flight Level levert een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de veiligheid. Verkeersleiders worden middels dit systeem vroegtijdig geattendeerd op een verkeerd ingestelde vlieghoogte in de cockpit. De downlink van magnetic heading en indicated airspeed levert een bijdrage aan de efficiency van de vluchtafhandeling en vermindering van het radio gebruik.
In het najaar van 2013 is Mode-S Enhanced Surveillance, tot grote tevredenheid van de verkeersleiders, ook geïmplementeerd bij Schiphol Approach. Daarnaast is in 2013 door KDC een aanvullende studie uitgevoerd naar nieuwe toepassingsmogelijkheden van Mode-S Enhanced Surveillance. Uit deze studie zijn nog enkele mogelijkheden naar voren gekomen van toepassingen waarvan de implementatie mogelijkheden verder onderzocht zullen worden.